Esther Rosenberg

Esther Rosenberg

Draagt sinds 2018.

“Alle 39 voorschriften voor sabbat zijn eigenlijk even belangrijk, en toch voelt het ene voorschrift wat gewichtiger dan het andere. Het draagverbod is zo’n gewichtige regel. Ik draag dan ook liever niet op sabbat, en ik ben dat ook niet gaan doen toen de eroev in 2008 geïnstalleerd werd. Als jonge moeder bleef ik thuis op sabbat totdat de kinderen konden lopen. Mijn man nam ons kind dan op de schouders als het moe werd: kinderen die kunnen lopen, vallen niet onder het draagverbod.

Het enige waar ik wel mee worstelde, was de vraag wat ik met mijn sleutel aan moest. De sleutelriem die ik droeg, was weliswaar helemaal volgens de regels ontworpen, met schakeltjes aan weerszijden van de sleutel zodat de sleutel een onderdeel werd van de riem. Maar feitelijk was de riem niet functioneel: ik droeg ’m meestal over een rok of jurk die geen riem nodig had. Je kon je er dus over afvragen of het ook niet een vorm was van ongeoorloofd dragen. Ik kreeg er op een dag ook een opmerking over.

Ik heb de sleutel nog een tijdje thuis onder de papiercontainer achtergelaten, maar toen ik op een dag een orthodoxe buurman zijn sleutel op een richeltje bij de voordeur zag verbergen, dacht ik: misschien toch niet zo veilig. Als ík het zie, zien anderen het ook.

Eerder wist ik niet goed wat ik aan moest met de verschillende oordelen over de eroev. Toen de eroev begin 2018 koosjer werd verklaard door een gespecialiseerde rabbijn uit Israël, ging ik overstag.

Ik wil ook geen andere voorwerpen dragen dan die sleutel. Vorig weekend was ik bijvoorbeeld vergeten om mijn tekst vooraf neer te leggen op de locatie waar ik een praatje zou houden. Dan kun je de tekst alsnog bij je steken dankzij de eroev, zou je zeggen. Maar toch voelde dat niet goed, omdat de noodzaak in mijn ogen niet groot genoeg was. Ik kan de tekst tenslotte ook mailen of inspreken via WhatsApp. Op die manier kan iedereen er alsnog kennis van nemen.

In een periode na mijn scheiding verloor ik het contact een beetje met de gemeenschap waarin ik me tot dan toe had bewogen. Toen heb ik me onder andere ook niet aan het draagverbod gehouden. Ik voelde me nog altijd heel Joods, maar leefde die periode niet orthodox. Ik moest het allemaal herontdekken en na een bezoek aan Israël voelde ik die verbondenheid met de religie weer heel sterk, met de gebruiken en met de opdracht van het Joodse volk. Dat heeft de weg terug gemarkeerd naar mijn orthodoxe manier van leven.”