Maria Cuartas
Begeleidde als de chef van het kabinet van de Amsterdamse burgemeester van Job Cohen de eroev-aanvraag in 2007.
“Op een zondagavond in 2007 ging de telefoon. Het was iemand van het rabbinaat. Of hij de dag erna even mocht langskomen op het stadhuis. Ik was in die tijd chef kabinet van toenmalig burgemeester Job Cohen en had daarnaast Joods Amsterdam in mijn portefeuille. Of het nu ging om herstel van een synagoge, een boekpresentatie of antisemitisme: de Joodse gemeenschap had via het kabinet, en uiteindelijk dus via mij, een directe ingang in het stadhuis. Die zondagavond aan de telefoon kreeg ik de indruk dat het belangrijk was. Prima, zei ik, kom maar langs.
De volgende dag kwam de bode, Jan Henningheim, naar me toe om me te melden dat er bezoek was: zes mannen met hoeden, baarden en zwarte jassen - een serieuze delegatie dus. Ze begonnen te vertellen over de eroev. Ik ben zelf Joods en ik had er al weleens over gelezen in een boekje: iets in Jeruzalem, met lantarenpalen en draden ertussen, maar het fijne wist ik er niet van. Het was ontroerend om te zien hoeveel werk de rabbijnen er zelf al in gestoken hadden. Dag en nacht, en in regen en ontij waren ze de grens afgestruind, op zoek naar manieren om de eroev op te bouwen. Bovendien hadden ze zelf al contact gelegd met politie, Rijkswaterstaat en al die andere organisaties. Ze klopten alleen bij ons aan om het laatste deel te regelen. Het idee was dat ze aan de burgemeester een symbolisch bedrag zouden betalen voor de Amsterdamse grond zodat ze in Joods-wettelijke zin konden beschikken over dat gebied. Of ik dat aan Job Cohen wilde vragen.
Toen ik Cohen het hele verhaal vervolgens uitlegde, zag ik hem denken: hoe moet ik dit duiden? Ik heb hem geadviseerd mee te werken omdat we hen er erg blij mee zouden maken - vooral de vrouwen die op die manier naar buiten zouden kunnen. Voor hen zou de eroev een sterk emancipatoire waarde hebben. En zo kwamen die rabbijnen later dat jaar nog eens naar het stadhuis. Op die dag werd voor 10 euro het grondgebied van Amsterdam symbolisch gepacht.
Ieder jaar kregen we bij het kabinet honderden verzoeken waarover we moesten adviseren. Elke december kozen we op het kabinet onderling ‘het project van het jaar’. In 2007 viel de keuze op de eroev: het was niet alleen bijzonder geweest om kennis te maken met zo’n relatief onbekende wereld maar de samenwerking met al die instanties was ook nog eens zo soepel verlopen. Iedereen had zijn beste beetje voorgezet en het was mooi dat wij daaraan konden bijdragen. Dat vond kennelijk niet alleen ik, maar ook de collega’s van toen.”
FOTO HIERONDER: (C) DAVID SERPHOS, 2007.