Marty Hamburger
Draagt sinds 2008.
“Ik ben met het idee van de eroev opgegroeid: we wisten van de oude sabbatspaaltjes bij Ouderkerk bijvoorbeeld. Mijn moeder was een bijzondere vrouw met sterk religieuze gevoelens, die Auschwitz heeft overleefd. Met het gezin gingen we op hoge feestdagen naar sjoel. Toch denk ik dat zij ook heeft gedragen toen er geen eroev was, wel altijd heel bescheiden: een klein handtasje met niet meer dan een zakdoekje, een sleutel en haar lippenstift - geen geld of andere dingen die ze die dag niet verwachtte te gebruiken.
Dat laatste heb ik van haar overgenomen: wel dragen, maar klein. Ik zorg ook altijd dat ik een snoepje mee heb. Ik heb eenmaal een bommelding meegemaakt, waarbij we lang niet van onze plaats mochten van de politie; dan is iets kleins om te eten wel zo fijn. Het zou me niks verbazen als mensen ook hun mobiel meenemen voor het geval dat. In principe gebruik je die op sabbat en feestdagen niet, maar echte nood breekt wetten.
Ik zou mezelf niet religieus noemen, maar wel in de basis behoudend: ik eet koosjer als het kan, maar als het een keer niet lukt, dan is er geen man overboord. En naar de synagoge ga ik wel, maar alleen op de feestdagen, zoals Jom Kippur, niet op de sabbat.
Dat er iets als een eroev kan zijn in Nederland is mooi. Het hoort er ook bij in een democratisch land, waar vrijheid van godsdienst is. En voor mezelf: hoewel ik altijd al droeg, draag ik door de eroev wel prettiger.”